De buitenkant en binnenkant van armoede
Armoede is een veel complexer probleem dan alleen maar een gebrek aan inkomen. Enerzijds is er de materiële kloof: mensen vinden geen betaalbare woning, stellen doktersbezoek uit, vinden moeilijk werk en kinderen uit kwetsbare gezinnen lopen een groter risico op schoolachterstand. Die materiële uitsluiting vormt de buitenkant van armoede. De binnenkant van armoede wijst op menselijke gevolgen: gebrek aan zelfvertrouwen, schaamte, een negatief zelfbeeld. Download: De buitenkant van armoede.pdf Download: De binnenkant van armoede.pdf |
De 5 armoedekloven
Zoals aangegeven gaat kansarmoede echter ook, zij het niet meer, gepaard met een specifieke sociale en economische ongelijkheid. Bart De Myttenaere zet in zijn boek ‘In vrije val. Armoede in België’ (De Myttenaere, 2003) 5 ‘kloven’ tussen meer- en minder gegoeden uiteen. Hierbij wijzen we erop dat deze 5 kloven slechts een bril zijn om naar armoede te kijken. We dienen ons dus te behoeden voor de val van stereotypering! Download: De vijf armoedekloven Download: Armoede - aangetaste wortels met diepe kloven |
De cirkels van invloed en betrokkenheid
Covey (2010) verdeelt onze omgeving in twee invloedssferen. De cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed. Download: De cirkels van invloed en betrokkenheid.pdf |
Maatschappelijke kwetsbaarheid op school
Vettenburg en Walgrave formuleerden deze theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid op basis van onderzoek waaruit bleek dat belangrijke groepen kinderen en jongeren meer risico lopen op kwetsing dan andere. Vooral het onderwijs blijkt voor heel wat kinderen en jongeren een risicozone. Download: Maatschappelijke kwetsbaarheid op school.pdf |
Het model Vranken
In Vlaanderen ontwikkelde Jan Vranken op het einde van de jaren ‘70 een ideaaltypisch verklaringsschema, waarin vier armoedemodellen onderscheiden worden. Het zijn vier manieren waarop naar armen en armoede gekeken wordt en waarbij oorzaken geduid worden. Download: Het model Vranken.doc |
Basisschakelmethodiek
Deze methodiek werd in de jaren ’90 door H. Baert (KUL) ontwikkeld om basiswerkingen een kader en kapstokken te geven om te werken rond kansarmoedebestrijding. De twee centrale doelstellingen van de basisschakelmethodiek zijn: 1. Werken aan de basis met maatschappelijk kwetsbare mensen om hen te versterken en van daaruit kracht te ontwikkelen 2. Schakelen van deze groep mensen naar verschillende bestaanskringen op micro-, meso- en macroniveau, of m.a.w. naar het samenlevingsnet. Download: Basisschakelmethodiek.pdf |